Jeroen Dijsselbloem provoceert, beledigt, is arrogant en gedraagt zich schandalig tegenover het Europees Parlement, Zuid-Europese landen en vrouwen. Hij moet als eurogroepvoorzitter opstappen, aldus een volgens parlementsvoorzitter Antonio Tajani ,,unanieme” veroordeling door de politieke fracties maandag bij de opening van de plenaire zitting in Straatsburg.

De fractievoorzitters vielen over elkaar heen om de vloer aan te vegen met de Nederlandse (demissionair) minister en diens ,,schandalige gedrag”. Tajani beloofde een formele protestbrief naar Dijsselbloem te zullen sturen. Die sloeg afgelopen donderdag een uitnodiging van Tajani af om dinsdag voor het parlement te verschijnen. Dat was niet voor het eerst.

Vorige maand haalde hij zich bovendien al de woede van het parlement op de hals met een uitspraak die door Zuid-Europese landen als een sneer naar hen werd beschouwd. ,,Ik kan niet al mijn geld aan drank en vrouwen (‘Schnaps und Frauen’) uitgeven om daarna om hulp te vragen’’, zei Dijsselbloem in een interview. De Portugese premier Antonio Costa eiste zijn vertrek, evenals de Italiaanse oud-premier Matteo Renzi, de (Duitse) fractieleider van de christen-democraten en die van zijn eigen partij, de sociaal-democraten.

,,Parlement verklaart Dijsselbloem feitelijk politieke persona non grata”, twitterde EU-parlementariër Peter van Dalen (CU) maandag tijdens de losgebarsten golf van verontwaardiging. PvdA-collega Paul Tang: ,,Het zou beter zijn geweest als Dijsselbloem ronduit zijn excuses had gemaakt. De uitspraken zijn kwetsend en niemand verdedigt hem.”

Dijsselbloem wilde maandag niet reageren. ,,De brief van donderdag was duidelijk”, aldus zijn woordvoerder. Daarin schrijft Dijsselbloem aan Tajani dat hij beschikbaar blijft voor een plenair debat over Griekenland en hoopt samen een geschikt moment te vinden. Hij wijst er ook op dat hij op 21 maart nog in de commissie economische en monetaire zaken was.

Daar werden zijn excuses geëist voor de ’Schaps und Frauen’-uitspraak, wat hij weigerde. Pas later zei hij te betreuren dat er aanstoot aan is genomen.